DE DRIE KONINGEN VAN VEENHUIZEN

In de 19e en 20e eeuw was Veenhuizen de plek waar je terechtkwam als je het zelf niet meer redde. Bedelaars, landlopers, drankorgels en zwervers: wie geen dak boven het hoofd had of werk kon vinden, werd opgepakt en „verpleegd”. Werken moest je, in de tuin, op het land, in de fabriek of in de werkzaal. Wat je daarmee verdiende werd voor je gespaard.

Wie z’n tijd had uitgezeten, kreeg als vrij man zijn zuur verdiende geld mee om de eerste en meestal moeilijkste maanden door te komen. Dat bedrag kon nog aardig oplopen… Neem nou Kees, Johan en Pieter. Een onafscheidelijk trio, vaste prik in het Derde Gesticht, ook wel bekend als Bergveen. ’s Winters zaten ze liever warm binnen de muren, maar zodra de zon weer scheen, begon het te kriebelen: op pad naar de stad, op zoek naar werk. Soms lukte dat een paar weken. Meestal niet. Voor vast werk bij een baas hoefden ze het meestal niet te proberen, want als die hoorde dat je uit Veenhuizen kwam, was er ineens geen werk meer.

In de herfst trokken ze weer samen op en lieten zich weer oppakken. Zo kwamen ze terug als verloren zonen. De andere verpleegden ontvingen ze met open armen. Hun bed stond alweer klaar.

Ze waren zuinig, dat wel. Geen types die hun geld vergokten of ‘verdronken’. Ze spaarden. En op een dag besloten ze dat het tijd was om eens iets geks te doen.
“Je leeft maar één keer,” zei Johan. “En je gaat ook maar één keer als ‘Heer’ de deur uit,” vulde Kees aan.

Dus bestelden ze de ervaren Joodse koopman uit Assen, Benjamin Schwartsenberg. Die wist er wel raad mee. Hij stak de drie mannen in het duurste wat hij had: wollen pakken, nieuwe schoenen, overjassen voor de kou. Ze zagen er perfect uit alsof ze zo uit een deftige krant waren gestapt.

En toen kwam het klapstuk: een grote zwarte limousine, met chauffeur. Die reed het terrein van het Derde Gesticht op alsof dat de normaalste zaak van de wereld was. Een limousine in de Kolonie, dat had nog niemand meegemaakt. Zelfs de ambtenaren keken jaloers toe. Want eerlijk is eerlijk: dat was wat anders dan met de bus naar Assen of een rit met de boevenbus.

De drie maten stapten in. Hoofden omhoog, borst vooruit. Op naar Amsterdam. Daar dineerden ze in een sjiek restaurant. Eten deden ze als koningen, en wijn dronken ze alsof het water was. Ze genoten, lachten, proostten. Dit hadden ze nog nooit meegemaakt, niet aan gedacht zelfs!

Tot Pieter ineens stil bleef voor zich uit staarde..,

Kaarsrecht zat hij in zijn stoel. Hoofd naar voren, handen onder tafel. Johan en Kees probeerden hem nog wat aan te praten, maar Pieter gaf geen krimp. Hij leek verzonken in gedachten. Dat gebeurde wel vaker.

Maar dit keer was het anders. Er was geen teken van leven, hij was dood. Zomaar. Tussen het hoofdgerecht en het dessert in, was zijn hart ermee opgestopt. Terwijl de beide anderen nog aan hun wijn nipten, was Pieter in alle stilte vertrokken. Zonder aankondiging, zonder afscheid. Voor hem een mooie dood, maar…

De stemming sloeg om. De ober werd geroepen, daarna een arts. Maar er viel niets meer te redden.

Wat doe je dan, als je in een vreemd kostuum in een vreemde stad zit, met je dode maat aan tafel? Je regelt een fatsoenlijke begrafenis. En dat deden ze.

Van het geld dat nog over was, regelden Kees en Johan een nette uitvaart. Pieter kreeg een graf in Amsterdam, een korte toespraak van zijn vrienden en een kruisje achter zijn naam. Geen groot publiek, alleen zijn beide maten en de pastoor. Maar toch, een waardige begrafenis.

Daarna keerden Kees en Johan terug. Met de trein naar Assen, met de bus naar Veenhuizen. Bedroefd, berooid en met één man minder meldden ze zich weer bij de poort van het Derde Gesticht.

En zoals altijd werden ze opgevangen. Als helden.
Als overlevenden. Als de twee overgebleven Koningen van Veenhuizen…

LEES 5 BAJESVERHALEN GRATIS

Ben je benieuwd hoe het écht was in de oude bajes van Veenhuizen? Ontvang een gratis e-book met 5 bijzondere waargebeurde verhalen. Even verdwijnen in het verleden. Gewoon, op je eigen moment.

LEES OOK

Lees ook

ACHTERVOLGING OVER DE HEI

Op 21 april 1880 sloegen vijf mannen op de vlucht in het Fochteloërveen. Drie veldwachters zetten de achtervolging in. Toen ze het vijftal eindelijk inhaalden, escaleerde de situatie direct…

UITBRAAK VIA DE POEPDOOS

Niet iedereen had het even goed naar de zin binnen de poorten van Veenhuizen. Maar ontsnappen? Dat lukte bijna niemand. Zeker niet uit het gebouw dacht men. Tot de kleine Freek S. besloot dat hij het anders ging doen…

BAJESVERHALEN

Heresingel 19

9711ER Groningen

info@bajesverhalen.nl

KVK 02073080

BTW NL809697105B01

GA NAAR

lees verhalen

ontvang gratis e-boek

over ons

bekijk het boek

ONTMOET ONS

Scroll naar boven